De moeraal Muraena helena

De moeraal

  Vissen uit koude en gematigde zeeën

De moeraal Muraena helena

Steekkaart

De moeraal

Wetenschappelijke naam:
Muraena helena
Familie:
Muraenidae
Klasse:
Actinopterygii
Phylum:
Chordata
Registratiejaar:
Linnaeus, 1758
IUCN-status:
Niet bedreigd
CITES-status:

Niet geëvalueerd

Verspreiding:

In het hele mediterrane bekken, en ook langs de oostelijke Atlantische kusten.

Habitat:

Van de oppervlakte tot een diepte van een honderdtal meter.

Grootte:

Tot 1,50 m.

Voeding:

Octopussen, pijlinktvissen, zeekatten, vissen en schaaldieren.

Levensverwachting:

38 jaar

De moeraal Muraena helena
 

Met zijn scherpe tanden kan hij zijn prooien vangen en inslikken.

Om een te grote prooi te verorberen, heeft hij een heel originele techniek bedacht: hij kronkelt zijn lichaam om vlak bij zijn staart een knoop te vormen die hij dan over zijn lichaam naar zijn kop laat glijden. Als de prooi juist zit en hij ze ook goed vast heeft, gooit hij zijn hoofd naar achteren en kan ze dan zo verscheuren.

Wist je dat?

De moeralen leven 's nachts en in het donker, we weten dus weinig af van de voortplanting ervan die plaatsvindt van juli tot september en waarbij eieren met een diameter van ongeveer 5 cm worden gelegd. De larven drijven gedurende een jaar mee met de stromingen en begeven zich dan als moeraal naar de diepte om een actieve jager te worden.

Je ziet de moeraal vaak in het gezelschap van de mediterrane poetsgarnaal, Lysmata seticaudata.

Waar vind je dit dier?

Je vindt de moeraal in het hele mediterrane bekken. Hij zwemt tussen het oppervlak en een diepte van een honderdtal meter.

De moeraal is een territoriale soort die geïsoleerd leeft in kloven of rotsspleten. Het is een eerder angstige vis die enkel aanvalt als hij zich bedreigd voelt.

Deze nachtelijke jager is een slechte zwemmer en vangt zijn prooien dus meestal gewoon door op de loer te liggen.



Hij is aanwezig in het hele mediterrane bekken en beweegt zich tussen de oppervlakte en een diepte van een honderdtal meter.



De moeraal heeft een voorliefde voor scheepswrakken die heel wat verstopplaatsen bieden.

Hoe herken je dit dier?

De moeraal heeft een lang, slangvormig lichaam dat een lengte van 1,50 meter kan bereiken; het is robuust en aan de zijkant lichtjes samengedrukt, vooral achteraan. De kop is kort en heeft een gebold profiel.



Deze vis heeft een grote bek met krachtige kaken en buisvormige neusgaten.



De van papillen voorziene neusgaten zorgen voor een goed ontwikkelde reukzin die helpt om de prooien op te sporen.

Hij heeft geen borstvinnen, geen doorlopende rugvin en ook geen schubben. Zijn huid is paarsachtig bruin met witte en gele vlekken.

Wat maakt dit dier bijzonder?

De beet van een moeraal kan gevaarlijk zijn, want er zitten ziektekiemen op zijn tanden. Het risico op infectie is niet te verwaarlozen. Duikers weten dat ze hun handen niet in de spleten mogen steken om te vermijden dat ze worden gebeten.

De moeraal is een nachtelijk roofdier. Hij zwemt slecht en is bijna blind, dit betekent dat hij meestal gewoon op de loer ligt in zijn hol en wacht totdat er een prooi voorbijkomt. De mediterrane poetsgarnaal voedt zich met de parasieten die op het vel, in de ademhalingsopeningen en in de mond van de moeraal zitten en zorgt zo voor een grondige reiniging van deze vis.

Waar te vinden in Nausicaá?

Van kusten en mensen

De moeraal Muraena helena

Vissen uit koude en gematigde zeeën

Het Oceaan-magazine

Doorloop onze nausicaa blog

A la une

Nausicaá forum over de diepzee

Mijnbouw vormt een bedreiging voor de diepzee: laten we ons mobiliseren om haar te beschermen!

Faune abyssale ifremer

Article

Wat is een waterkolom?

De ruimte tussen het oppervlak en de bodem van de oceaan wordt de waterkolom genoemd.

Article

Hoe zien vissen eruit in de waterkolom?

Afhankelijk van of ze in open water of op de bodem leven, hebben vissen in de waterkolom een morfologie die is aangepast aan hun leefomgeving.