De slagtand van de narwal doet dienst als zintuiglijk orgaan. De miljoenen zenuwuiteinden laten toe om in werkelijke tijd de druk, het zoutgehalte en de temperatuur van de omgeving te meten. Die slagtand is ook een soort antenne waarmee de narwal zijn vijanden maar ook zijn voedsel kan detecteren.

Steekkaart
De narwal
- Wetenschappelijke naam:
- Monodon monoceros
- Familie:
- Monodontidae
- Klasse:
- Mammifère
- Phylum:
- Chordata
- Registratiejaar:
- Linnaeus, 1758
- IUCN-status:
- Niet bedreigd
-
Verspreiding:
-
Arctische Oceaan – Canada (Baffinbaai en Hudsonbaai), Groenland, Noorwegen en Rusland, tussen 65 en 85° noorderbreedte.
-
Habitat:
-
In het diepe water van de Arctische Oceaan
-
Grootte:
Max. 4,7 meter bij de mannetjes (zonder tand) en max. 4,2 meter bij de vrouwtjes.
-
Voeding:
-
pelagische vissen in open water zoals poolkabeljauw of Groenlandse heilbot), inktvis, garnalen en bodemdieren.
-
Levensverwachting:
25 tot 50 jaar