De gewone zeekat Sepia officinalis

Steekkaart

De gewone zeekat

Wetenschappelijke naam:
Sepia officinalis
Familie:
Sepiidés
Klasse:
Cephalopoda
Phylum:
Mollusca
Registratiejaar:
Linnaeus, 1758
IUCN-status:
Niet bedreigd
CITES-status:

Niet geëvalueerd

Verspreiding:

Oostelijk deel van de Atlantische Oceaan, van bij de ingang van de Oostzee tot de noordwestelijke kust van Afrika.

Habitat:

Van het oppervlak tot een diepte van 200 meter, op zand- of kiezelbodems.

Grootte:

15 tot 30 cm. Maximaal: 45 cm, tentakels niet inbegrepen.

Voeding:

Vissen, weekdieren en schaaldieren.

De gewone zeekat Sepia officinalis
 

De zwarte eieren die eindigen in een punt klitten samen tot trossen.

Zodra de zeekatten uit het ei zijn, kunnen ze prooien vangen en vertonen ze ook al een heel repertorium aan kleuren.

De zeekatten leven meestal geïsoleerd. Ze groeperen zich in het oppervlaktewater, dicht bij de kust, als het tijd is voor de paringsdans. Dan kun je zien hoe meerdere mannetjes hetzelfde vrouwtje het hof maken, of op hun beurt wachten.

Wist je dat?

Bij optimale voedingsvoorwaarden en zeer gunstige temperaturen zijn de zeekatten geslachtsrijp vanaf 1 jaar. De volwassen exemplaren sterven nadat ze zich hebben voortgeplant.

Waar vind je dit dier?

Je vindt dit dier aan het oppervlak en tot op een diepte van ongeveer 200 meter, levend op losse grond, zand- of kiezelbodems, op wierbanken en tussen grote algen. Ze graven zich soms gedeeltelijk in de bodemafzetting in.

Hoe herken je dit dier?

  • De zeekat behoort tot de familie van de koppotigen en onderscheidt zich door een spoelvormig lichaam. Ze zijn bedekt met een mantel waaronder hun interne kalkschild schuilgaat, het beenderstelsel van de zeekat.
  • Dit dier stemt de kleur en de textuur van zijn huid af op de omstandigheden waarin het zich bevindt. Als ze ongemerkt willen passeren, worden ze één met hun omgeving. Als ze daarentegen de aandacht willen trekken, kun je er niet naast zien.
  • Ze beschikken over kleurcellen, chromatoforen, die zich verspreiden over het huidoppervlak en zo zorgen voor een sombere kleur, of die zich terugtrekken en het dier dan bijna onmiddellijk in een lichte kleur hullen.
  • De huid kan ook van uitzicht veranderen: glad of stekelig met zachte uitwassen.De rug van de zeekat is gemarmerd wit en bruin, zijn buik is bleker.
  • De zeekat is een koppotige, d.w.z. dat zijn kop voorzien is van armen.
  • Het oog van de zeekat is enorm; de pupil vormt een W.
  • We kunnen de mannetjes onderscheiden van de vrouwtjes door de strepen op de meeste laterale tentakels en het achterste deel van de mantel.

Wat maakt dit dier bijzonder?

  • Overdag graaft de zeekat zich in het zand in of verstopt zich in de rotsspleten. 's Nachts wordt hij actief en gaat hij op jacht. Hij eet vissen, weekdieren en schaaldieren (pootvissen, garnalen, krabben, slakken, andere koppotigen).
  • De jonge zeekatten deinzen er niet voor terug om dieren aan te vallen die groter zijn dan zijzelf.
  • De vijanden van de zeekat zijn: grote vissen en ... andere zeekatten.
  • De zeekatten leggen zwarte eieren die eindigen in een punt en die samenklitten tot trossen. Als ze rijp zijn, verdwijnt de zwarte kleur en kun je er jonge zeekatten (van ongeveer 12 tot 15 mm) in waarnemen.
  • Zodra de eitjes uitkomen, zijn de jonge dieren in staat om prooien te vangen en vertonen ze al een heel repertorium aan kleuren.
  • De jonge zeekatten groeien heel snel. De exemplaren die begin juni geboren worden, meten tegen eind augustus al 15 cm.

Waar te vinden in Nausicaá?

van kusten en mensen

De gewone zeekat Sepia officinalis

Het Oceaan-magazine

Doorloop onze nausicaa blog

A la une

Nausicaá forum over de diepzee

Mijnbouw vormt een bedreiging voor de diepzee: laten we ons mobiliseren om haar te beschermen!

Faune abyssale ifremer

Article

Wat is een waterkolom?

De ruimte tussen het oppervlak en de bodem van de oceaan wordt de waterkolom genoemd.

Article

Hoe zien vissen eruit in de waterkolom?

Afhankelijk van of ze in open water of op de bodem leven, hebben vissen in de waterkolom een morfologie die is aangepast aan hun leefomgeving.