In Nausicaá zwemmen de neerkijkers rond in een bassin van 10.000 m³. Ze kruisen de grote mantarog, de grijze haaien, de gevlekte adelaarsroggen, de duivelsroggen en andere vissen die in scholen leven, zoals de Spaanse makreel en de snapper.
Waar vind je dit dier?
De neerkijker beweegt zich op een diepte van 1 tot 53 meter. De volwassen vissen leven in groepen in de ondiepe kustwateren, op de zanderige of rotsachtige bodem; de jonge exemplaren houden zich op in trechtermondingen.
Westelijk deel van de Atlantische Oceaan, in de Golf van Mexico, langs de Caraïben en de kusten van Midden- en Zuid-Amerika, van Mexico tot Argentinië.
Hoe herken je dit dier?
- Deze vis onderscheidt zich door zijn zijdelings sterk samengedrukte lichaam, een verticale kop en een mond die naar beneden is gericht, vandaar zijn naam 'neerkijker'.
- Hij is zilverkleurig en meet doorgaans 24 cm, met een maximale lengte van 40 cm.
Wat maakt dit dier bijzonder?
Deze zilverachtige kleur is een enorme troef voor de neerkijker. In de volle oceaan is er immers nergens een plaats om zich te verstoppen, en dan kan de neerkijker terugvallen op zijn camouflagetechniek die hem onzichtbaar maakt voor de vijand, een techniek waarin de onderzoekers zijn geïnteresseerd. Deze camouflage steunt op de 'spiegelstrategie' en bestaat erin dat het licht van de zon wordt weerspiegeld op de huid van de vis dankzij de reflecterende eigenschappen ervan.
De neerkijker manipuleert op die manier het gepolariseerde licht dat heel wat vissoorten kunnen waarnemen (de mens niet) om te kunnen reageren op de hoek van het zonlicht. Zo kan hij zich op elk uur van de dag en ongeacht de positie van de zon verstoppen.
Bedreiging en beschermingsmaatregel
Zijn vel is erg in trek, maar het opeten ervan houdt wel een risico in. Je kunt namelijk ciguatera oplopen, een door voedsel overgebrachte ziekte die wordt veroorzaakt door een gif dat aanwezig is in bepaalde microscopische algen die de vis verslindt. Dit risico bestaat ook bij het eten van haaienvel.